zaterdag 23 januari 2016

Bizar bijzonder

Vandaag is het 23 januari. Twee jaar geleden werd in het ziekenhuis mijn Broviac (permanente infuuslijn in een ader die leidt naar het hart) geplaatst en startte mijn eerste chemokuur. Op dit moment typ ik dit stukje terwijl ik eigenlijk zou moeten leren voor de aankomende tentamenweek. Hoe bizar bijzonder is dat verschil?! Ik heb de afgelopen twee jaar eens samengevat in cijfers. In 2014 waren er 164 dagen opname in het ziekenhuis, 2 spoedopnames en 2 opnames op de Intensive Care. Ik onderging 6 operaties en 18 chemokuren. Verder was ik vaak in het ziekenhuis te vinden voor bloedtransfusies en onderzoeken. In 2015 bracht ik slechts 10 bezoekjes aan de dagbehandeling of de poli. Ik was 6 dagen opgenomen op de kinderafdeling en onderging 2 operaties. Hoe bizar bijzonder is dat verschil?! Sinds woensdag is mijn eerste ziekenhuisbezoek van dit jaar weer een feit. Ik ging naar de VU voor controle na de operatie en om te leren katheteriseren. ik ben redelijk snel hersteld van de operatie. Er waren af en toe wat probleempjes met één van de katheters, maar die waren vrij makkelijk zelf op te lossen. Zondag hadden we wel even telefonisch contact met het ziekenhuis omdat een hechting van de onderste katheter niet meer helemaal goed vastzat. nadat er wat extra tape overheen geplakt werd, zat het ding weer stevig vast. Dinsdag moest ik me om 9 uur melden op de kinderafdeling. De verpleegkundig specialist kwam kijken hoe de wond en het gemaakte kanaaltje van mijn navel naar mijn blaas eruitzagen. Alles was mooi genezen en dus mocht ik, nadat zij de hechtingen doorknipte, de eerste katheter zelf verwijderen. Vervolgens leerde de verpleegkundige me hoe ik zelf een katheter kan inbrengen. Het slangetje gaat via het tijdens de operatie gemaakte kanaal van de navel naar de blaas. Belangrijk hierbij is dat alles zo steriel mogelijk blijft. Dat lijkt best moeilijk als je blind bent en je dus alles moet aanraken in plaats van dat je het kunt zien. Toch ging het me, na wat brainstormen met de verpleegkundige, goed af. De rest van de dag moest ik onder begeleiding van de verpleegkundige oefenen met katheteriseren. Om het anderhalf uur moest dat gebeuren. In de tussentijd probeerde ik wat te leren en kreeg ik bezoek van veel bekenden uit het ziekenhuis. De pedagogisch medewerkster, de mevrouw van de educatieve voorziening, een kinderoncoloog, een voedingsassistente en zelfs een verpleegkundige van de verkoever kwamen even binnenlopen. Zoals tegenwoordig bijna altijd gebeurt als ik ziekenhuispersoneel spreek dat mij gezien heeft tijdens de behandeling, werd ik vergeleken met hoe ik er in 2014 aan toe was. Want: hoe bizar bijzonder is dat verschil?! Natuurlijk kwam ook de kinderuroloog nog langs. Zij besloot dat het medicijn tegen blaaskram gestopt kon worden en dat ik nog twee weken antibiotica moet slikken. Het blaasspoelen mag worden afgebouwd naar twee keer per dag. Ze was erg tevreden! Na vier keer succesvol gekatheteriseerd te hebben, mocht de andere katheter die nog in mijn blaas zat (voor de kenners: de suprapubische katheter) er ook uit. Daarvoor moest ik plaatsnemen op een behandeltafel in de behandelkamer, want dit zou weleens pijnlijk kunnen worden. Die katheter was namelijk erg dik. De verpleegkundige verwijderde de katheter en ik moest de blaaskramp die waarschijnlijk zou ontstaan zien te handelen. Na drie seconden was er geen katheter meer, maar ook bijna geen blaaskramp. Zie je wel, ook ik heb in het ziekenhuis soms geluk. Dat bleek ook weer toen ik op het punt stond om naar huis te gaan. Jaarlijks bezoeken de voetballers van Ajax de kinderen in het VUmc en woensdag stond mijn kamer daarom vol bekende voetballers. Nu ben ik niet bijzonder geïnteresseerd in voetbal, maar op de foto gaan met bekende mensen is altijd leuk! In februari verwacht het AMC me weer voor controle van mijn longen en bekken. Maar eerst: tentamens en een weekend Parijs!