Als kleuter leerde ik schrijven op een braillemachine. Er
was veel kracht nodig om met mijn kleine handjes de juiste toetscombinaties in
te drukken en zo de puntjes op papier te krijgen. Als ik een foutje maakte, kon
ik de puntjes 'wegpoetsen', door er met mijn nagels over te krabben. Maar ze
gingen niet helemaal weg, en dus was mijn letter nooit meer zo mooi als ik
wilde dat hij zou zijn. Ik wilde dan het liefst het blaadje uit de machine
rukken en mijn tekst in stukjes scheuren. Stiekem was ik altijd een beetje jaloers
op mijn klasgenootjes, die een gum hadden en mochten opstaan van hun stoel om
punten te slijpen boven de prullenbak.
Ik kan nu heel hard lachen om dat piepkleine,
perfectionistische meisje. Inmiddels is de braillemachine ingeruild voor een
laptop met een delete-knop, maar dat perfectionisme komt op sommige momenten nog
steeds naar boven. Vooral als het gaat om mijn gezondheid.
Verschrikkelijk vond ik het, als we weer eens moesten
afwijken van het behandelprotocol. Dat protocol levert volgens wetenschappelijk
onderzoek de beste kans op overleving op, dus daarvan afwijken, deden we liever
niet. Maar, soms hadden we geen keuze en werd er een kuur uitgesteld of pasten
we de volgorde van de behandelingen aan. Gelukkig bepaalde ik niet zelf mijn eigen
schema en wisten mijn dokters toch alle medicijnen in de juiste dosis toegediend
te krijgen. Niet perfect volgens het protocol, wel perfect afgestemd op mijn
specifieke situatie.
In juni heb ik het met de oncoloog over het afbouwen van de
longfoto's. Aan de ene kant willen we dat liever niet, omdat we goed willen
controleren of het Osteosarcoom wegblijft, maar we willen het ook weer wél. Ik
heb een afwijking in mijn DNA die de kans op kanker vergroot, en röntgenstralen
maken dat risico groter. Eigenlijk wil ik gewoon röntgenfoto's zonder straling,
maar dat is nog niet uitgevonden.
De arts besluit uiteindelijk dat we gaan afbouwen en ik vind
dat, uiteindelijk, een goed plan. Maar, als de arts me belt om de uitslag van
de longfoto's door te geven, komt hij terug op zijn besluit.
"Laat toch maar gewoon longfoto's maken, als je over drie
maanden in het AMC bent", klinkt het aan de andere kant van de lijn.
Ook goed. Er is geen protocol dat zegt wat we in mijn
specifieke situatie zouden moeten doen, dus moeten de artsen er zelf eentje
'schrijven'. Ze maken niet alleen de afweging tussen wel of geen röntgenfoto's,
maar passen de onderzoeken die ze (laten) doen, ook aan aan wat ik vertel en
wat ze zien tijdens het lichamelijk onderzoek. Er ligt dus niets vast en daarom
noem ik het een potloodprotocol.
Een dag later word ik gebeld door de nefroloog, naar
aanleiding van de controle in april. Ze heeft nog even overleg gehad met de
endocrinoloog (specialist op het gebied van hormonen en stofwisseling) en wil
me medicijnen voorschrijven. Die medicatie zou wel nadelig kunnen zijn voor
mijn nieren en dus is er een extra controle nodig. Ik heb eigenlijk niet veel
zin om mijn drie zomerse, ziekenhuisvrije maanden te onderbreken met een
ziekenhuisbezoekje, maar als het moet, gaan we dat natuurlijk gewoon doen.
"In september moet ik in het AMC zijn", zeg ik hoopvol.
Perfect. De recepten komen mijn kant op, ik mag in september
langs het lab en heb daarna een belafspraak met de nefroloog.
Yes, gelukt! Mét extra pillen, maar zonder
ziekenhuisbezoekjes gaan drie heerlijk zonnige maanden weer veel te snel voorbij.
Op dinsdag 18 september arriveren mijn vader en ik een half
uur te vroeg in het ziekenhuis. Ik mag bijna meteen door naar het
röntgenapparaat. Daar maken ze twee foto's van mijn longen, en na heel veel
schuiven met het apparaat ook twee foto's van mijn bekken.
Veel eerder dan gepland, zit ik in de wachtkamer van de
orthopeed. Maar, ook nu heb ik geluk. Na nog geen vijf minuten wachten mag ik
plaatsnemen tegenover de arts-assistent en vertel ik haar dat het goed met me
gaat. Ze wil me onderzoeken en voelt aan mijn been, op zoek naar rare bulten.
Ze vindt er gelukkig geen. Ze beweegt mijn been alle kanten op en is ook
daarover heel tevreden.
Ze gaat overleggen met mijn orthopeed en keert even later
samen met mijn 'eigen' dokter terug. Hij is tevreden, maar bovenal heel
enthousiast.
Mijn arts is even in de veronderstelling dat we over een
paar maanden het moment hebben bereikt waarop ik vijf jaar schoon ben en we
erop kunnen vertrouwen dat het Osteosarcoom wegblijft. Ik merk op dat ik dacht
dat we moeten rekenen vanaf de laatste chemokuur. Daar heb ik gelijk in.
"Dan duurt het nog wat langer", zeg ik. Nu ben ik een keer
degene die het enthousiasme wat moet temperen.
De arts rekende vanaf de datum van de diagnose en die was
een jaar eerder dan de laatste chemo. Dus, we moeten nog meer dan een jaar. Het
einde komt in zicht, maar we zijn er nog niet. De foto's van mijn bekken zien
er in ieder geval goed uit! Daar kunnen we weer voor een half jaar afscheid van
nemen.
De dokter was al voorzichtig een beeld aan het schetsen van
hoe de controles van mijn bekken nà die vijf jaar zullen verlopen. Ik reageer
nog wat voorzichtig en bewaar mijn ingewikkelde vragen voor als het moment echt
dààr is. Maar, als ik mijn voorzichtige arts zo hoor praten, juich ik vanbinnen
en dans ik in gedachten de spreekkamer door.
Na een soepel rondje AMC, rijden we naar de VU. We hoeven
alleen maar naar het lab en staan zo weer buiten. Op 3 oktober belt de nefroloog
over de uitslagen.
De uitslagen van de longfoto's zouden op dinsdag 25
september worden doorgegeven, maar staan op zaterdagmiddag in mijn online
dossier. Ik neem nu niet eens de moeite om met mezelf af te spreken dat ik ze
niet ga lezen. Ik kijk meteen naar het verslag van de radioloog en daar word ik
heel blij van: schone longen!
Het laatste jaar van mijn studie kan nu écht beginnen! Sommige
mensen vragen zich af wat ik na mijn studie wil doen en wat mijn verdere
toekomstplannen en dromen zijn. Veel van die antwoorden kan ik hen nog niet
geven. Ver vooruitkijken doe ik nog niet zo vaak. Als ik al antwoord geef, gaat
dat gepaard met veel 'misschien', 'ik hoop...' en 'als alles gaat zoals ik wil,
dan...' Plannen volgens het potloodprotocol, dus.
Hoe groot we onze plannen ook opschrijven, met de
allerdikste stift: uiteindelijk moeten we ons altijd aanpassen aan de dingen
die ons overkomen. Maar, de goede uitslagen zijn binnen en past niemand meer
aan! Die kunnen dus worden vereeuwigd in een blogpost en worden gevierd!
'The pessimist
complains about the wind; the optimist expects it to change; the realist
adjusts the sails.' - William Arthur Ward