Dat mijn ziekte en de behandeling die ik daardoor nodig had
beschadigingen aan mijn lichaam veroorzaakt heeft, hoef ik inmiddels niet meer
uit te leggen. Dokters zijn hard aan het werk geweest om te herstellen wat te
herstellen viel en kapot te maken wat kapot moest. De afgelopen jaren konden ze
in de spreekkamer zelf zien en horen hoe goed dat gelukt is. Een kloppend hart
onder hun stethoscoop, twee benen die me uren achter elkaar kunnen dragen en
longfoto's zonder bijzonderheden, afgezien van de drie ijzerdraadjes in mijn
borstbeen.
De grootste mentale klappen kwamen terecht op het vertrouwen
in mijn eigen lichaam en daardoor het vertrouwen in de toekomst. Het meisje dat
vroeger nauwelijks over iets anders praatte, ontwijkt opeens alle vragen over
de toekomst en àls ze al plannen maakt, wordt daar altijd "misschien"
aan toegevoegd.
Er zijn geen medicijnen of operaties om dat vertrouwen weer
te herstellen. Het moet worden opgebouwd door goed nieuws, tevreden dokters en
tijd. De artsen doen ook op dat gebied hun best, door te benadrukken hoe goed
het gaat en steeds vaker en overtuigender hun vertrouwen in de toekomst uit te
spreken. Dolblij word ik ervan, maar zelf blijf ik heel, heel voorzichtig.
De afgelopen maanden valt me op dat er steeds meer plannen, dromen
en wensen over mijn lippen komen. Zonder "misschien". Het begint met
de nefroloog die op 3 oktober door de telefoon vertelt hoe ze de komende jaren
van plan is mijn nieren te controleren. Voor ik het weet, heb ik het met haar
over het jaar 2020. Ik word er helemaal blij van, en dat terwijl we het alleen
maar over ziekenhuisafspraken hebben.
Op 13 december ben ik in de VU voor een echo van mijn nieren
en blaas. Mijn nieren hebben zich achter mijn ribben verstopt en maken het de
radiologen moeilijk om mooie plaatjes te krijgen. Tijdens het gesprek dat ik
daarna heb met de kinderuroloog krijg ik te horen dat de echo er goed uitziet.
Ik vertel op mijn beurt dat ik geen klachten heb. De rest van het gesprek gaat vervolgens
over toekomstplannen. Enthousiast worden studierichtingen en mogelijkheden geanalyseerd.
De deur van de spreekkamer is nog niet open, of de volgende dosis optimisme
bereikt me al.
Ik praat bij met de kinderoncoloog en de pedagogisch
medewerkster. We blikken even terug op een paar (heel grappige) momenten
tijdens mijn behandeling, hebben het nog maar eens over hoe leuk het is dat
mijn haar zo goed groeit, maar bespreken verder hele leuke, spannende dingen
die op mijn planning en wensenlijstje staan. Wat die dingen zijn? Ik beloof dat
ik er hier meer over zal vertellen zodra ik er iets concreets over kan zeggen.
Kijk eens: ik schrijf "beloof" en "zal" in één zin, zonder
"misschien"!
Een week later, op donderdag 20 december, was het tijd voor
een controle bij de oncoloog. Nu zou blijken of mijn groeiende vertrouwen ook
tegen zo'n ziekenhuisbezoekje bestand is. En, oh ja, we zouden ook even kijken
of mijn longen nog schoon zijn.
Samen met mijn zus stap ik de kamer binnen waar de
röntgenfoto's worden gemaakt.
"Heb je een haarelastiekje bij je?" vraagt de
röntgenlaborant. Mijn haar zit in de weg.
"Nee", zeg ik. Mijn zus staat haar eigen
elastiekje af en begint op verzoek van de laborant een knot in mijn haar te
maken. Ik vind dat heel lelijk, en tijdens het maken van de foto's denk ik aan
niets anders. Zodra ik weer mag doorademen na de laatste foto, probeer ik de
knot zo snel mogelijk uit te doen. Het ding lijkt vast te zitten.
'Ik heb wel een schaar!" grapt de man opgewekt. Zonder
moeite laat mijn zus het elastiekje uit mijn haar glijden en lachend verdwijnen
we van de afdeling.
We moeten best even wachten op mijn afspraak met de
oncoloog. Mijn zus, die voor het eerst mijn longfoto's heeft gezien, zegt:
"er was niks geks op te zien, hoor. Kom, we gaan".
Natuurlijk gaan we niet weg, maar Sharon heeft wel gelijk.
De arts zegt een poosje later bijna precies hetzelfde over de plaatjes van mijn
longen. En ik? Ik had niet anders verwacht. De blijdschap en dankbaarheid zijn
er niet minder om!
De dokter en ik onderhandelen even over het controleschema
voor het komende jaar. Dit is het laatste jaar waarin er nog gecontroleerd moet
worden op terugkeer van het osteosarcoom. We mogen aftellen: nog vier controles
te gaan! Daarna zal de oncoloog zich alleen nog richten op het opsporen van
eventuele nieuwe vormen van kanker (vanwege de mutatie in mijn DNA) en in de
gaten houden of er zich late effecten van de behandeling voordoen.
"Ik denk dat ik je vanaf die tijd eens per twee jaar
wil zien, dus dan heb jij vast steeds heel veel te vertellen over wat je hebt
uitgespookt in de tussentijd."
"Oh, dat weet ik wel zeker", zeg ik vol
overtuiging en met een glimlach.
We sluiten ons dagje VU af met een controle bij de oogarts.
"Dus, je hebt nog één spannend jaar te gaan",
stelt zij vast.
"Nee, hoor. Dàt zal nu wel goedkomen."
Ik meen het nog heel serieus ook. Het optimisme, de tijd en
het goede nieuws van de afgelopen jaren hebben hun werk gedaan. Het vertrouwen
is weer heel ver opbouwd.
Nu vraag je je misschien af of hier niet iemand heel
overmoedig en naïef aan het worden is. Dat is zeker niet het geval. Ik ben
namelijk absoluut niet van plan om vanaf nu mijn gezondheid niet meer serieus
te nemen of ziekenhuisafspraken te annuleren. Ik weet heus wel dat die
controles niet voor niets vijf jaar duren en dat ik een levenslang abonnement
heb op academische ziekenhuizen. Maar, ik weet ook dat iedere dag verder bij de
laatste kuur vandaan, een dag dichter bij genezing is.
Het komende jaar belooft veel spannende dingen, belangrijke
mijlpalen, vast weer genoeg ziekenhuisbezoekjes en uiteindelijk: de laatste
controle binnen het protocol voor mijn osteosarcoom. Ik ga jullie nog een
jaartje voorzien van updates over mijn avonturen. Mijn blijdschap met jullie
delen, en alles wat ik verder wil laten weten.
Nu ga ik eerst de feestdagen vieren. Met schone longen. En,
nee, dat vind ik niet vanzelfsprekend.
Ik wens jullie allemaal hele prettige kerstdagen en een
gelukkig, gezond 2020! Eh... 2019.